The Tale of Peter Rabbit werd voor het eerst uitgegeven in Londen in 1902 en maakte Beatrix Potter in één klap beroemd in Engeland. Ook nu nog zijn dit oorspronkelijke werk en alle verhalen die daarvan zijn afgeleid erg populair bij jong en oud. Paaseieren zoeken met Pieter Konijn is een pop-upboek gebaseerd op een verhaal en tekeningen van deze auteur, die als dochter uit een rijke Londense familie een vrijetijdsbesteding zocht. Het start zonder gebruik te maken van een schutblad meteen met de voorstelling van Pieter Konijn en zijn familie die in een diep hol wonen. Dat hol zit verstopt tussen de wortels van een grote boom en achter varens. De kinderen kunnen varens en struikgewas wegklappen en krijgen dan een inkijk in het konijnenhol.
Zoals altijd bij Beatrix Potter hebben de dieren menselijke eigenschappen en zijn ze ook min of meer als mensen gekleed. Zo moet Pieter Konijn boodschappen doen voor zijn moeder. Op de illustratie krijgt de lezer het straatbeeld van begin twintigste eeuw op het platteland in Engeland, met een winkelhuis zoals men die nu nog in de beschermde dorpen in de Cotswolds kan zien. Enerzijds ziet alles er heel landelijk uit, met kippen en eenden op straat, anderzijds wordt het geheel sprookjesachtig door de kleding van de kippen en de eenden die een hoed of een schort dragen. Op de terugweg haalt Pieter schelmenstreken uit. Hij steelt voor de Paasbrunch knollen, radijzen en uien uit de tuin van Meneer Verhoef. De lezers kunnen ook letterlijk aan die groenten trekken. Pieter helpt ook de ondeugende jonge eendjes zoeken en dat kunnen de jonge lezertjes uiteraard ook door flapjes op te tillen of om te buigen. De laatste dubbele bladzijde vormt echt een hoogtepunt. Pieter en zijn zusjes mogen paaseieren zoeken in de wei en in het bos. De opdracht voor de lezers is dan om de tien eieren terug te vinden en dat is niet zo gemakkelijk.
Zoals in haar andere boeken zijn de illustraties in dit boek wat bomen, bloemen en planten betreft zeer natuurgetrouw weergegeven. Het kleurgebruik is zacht met veel pasteltinten. Beatrix Potter slaagt er vooral in lentegevoel op te roepen dat echt bij de paastijd past. Een leuk boek dat bij het kijken wel een beetje begeleiding van de ouders nodig heeft omdat een aantal van de tabjes en flapjes soms niet sterk genoeg zullen zijn voor kleutervingers. [Hilde Debacker] Verberg tekst

Het is bijna Pasen en Pieter Konijn heeft het druk: hij versiert het hol met zijn zusjes, hij gaat boodschappen doen voor zijn moeder en hij trekt uien, knollen en radijzen uit de grond van de tuin van meneer Verhoef. Als hij onderweg naar huis langs de boerderij komt, ziet hij Jozefien Kwebbeleend die haar kleine eendjes zoekt. En als het dan eindelijk Pasen is, mag Pieter Konijn de eieren gaan zoeken! Zal hij ze allemaal vinden? In dit vierkante pop-up boek is een heleboel te zien en te zoeken op de zo bekende tekeningen van Beatrix Potter. De vele flapjes en schuifjes, klein en groot, maken de zoekpret nog groter. Op de laatste dubbele pagina staat een trotse Pieter Paaskonijn, met alle eieren in de grote mand. Zo trots zal ieder kind zich ook voelen als hij, iedere keer opnieuw, weer alle eieren, eendjes en vriendjes gevonden heeft. Uitgave uit de grote, lieve wereld van Beatrix Potter over Pieter Konijn en zijn vriendjes – een liefdevolle wereld waar hopelijk alle peuters mee op mogen groeien. Mooi verzorgde uitgave met rustige kleuren op mat papier, met prachtig uitgevoerde pop-ups en bewegende delen, die voor peuters wel vrij kwetsbaar zijn. Vanaf ca. 3 jaar. Verberg tekst