Fans van de Engelse schrijver Claire Fuller (55) weten dat de auteur van geheimen houdt. Zo ontvouwt de plot van haar debuut Onze eindeloze dagen (2015) zich rond een mysterieuze gezinscrisis die de dochter als volwassen vrouw pas zal begrijpen. In Swimming Lessons (2017, curieus genoeg niet verschenen in Nederlandse vertaling) besluit een ongelukkige echtgenote van de aardbodem te verdwijnen en ontdekt haar gezin na twaalf jaar pas waarom. En in de psychologische thriller Bitter Orange (2018) lijken álle hoofdpersonen een geheim met zich mee te dragen. Ook in Rusteloze grond (op de shortlist voor de prestigieuze Women's Prize for Fiction 2021) worden de levens van de hoofdpersonages door geheimen overschaduwd.
Het verhaal begint met de plotselinge dood van Dot Seeder, moeder van de 51-jarige tweeling Jeanie en Julius, beiden nog thuiswonend. Het kluizenaarsdrietal bewoont een vervallen cottage op het geïsoleerde Britse platteland. Ze leven van de opbrengst van hun moestuin en fruitbomen en houden een paar kippen. Het is koud en vochtig in het huis, de elektriciteit is onlangs afgesloten, voorjaarssneeuw piept door de kieren. Er is geen auto, cv of tv; de buitenwereld bereikt hen alleen via de radio. Kleding komt van de kringloop, Jeanie deelt een bed met haar moeder. Maar ondanks het gebrek aan geld en opleiding is de tweeling opgegroeid in liefde, deduceren we uit de sporadische flashbacks. Er is een haardvuur, een hond, een banjo en een piano.
Het overlijden van Dot - een sterfscène door Fuller zo verpletterend mooi beschreven dat je na het lezen ervan nooit meer bang zult zijn voor de dood - katapulteert broer en zus in één klap de boze buitenwereld in. De tweeling krijgt geen tijd om te rouwen, maar wordt geconfronteerd met torenhoge begrafeniskosten, ambtelijke rompslomp en bemoeizuchtige dorpsgenoten. Tot overmaat van ramp blijkt Dot een schuld te hebben bij de Rawsons, de rijke landeigenaren van de nabijgelegen herenboerderij. De kinderen zijn verbijsterd: naar hun weten bestond er 'een overeenkomst' die stelde dat het gezin na hun vaders dood - hij werkte op het land - kosteloos in het huisje mocht blijven wonen.
Het zet het onvermijdelijke in gang: de tweeling wordt uit huis gezet, een gebeurtenis die niet alleen hun symbiotische relatie ontwricht, maar die uiteindelijk ook het verleden van hun moeder in een ander daglicht zet.
Voortdurend moet de lezer zichzelf eraan herinneren dat dit verhaal zich niet afspeelt begin vorige eeuw, toen aardappeloogsten mislukten en half Europa in diepe armoede leefde, zo wreed, duister en uitzichtloos is het decor in Rusteloze grond. In plaats daarvan portretteert Claire Fuller 21ste-eeuwse armen, die door groeiende kansenongelijkheid in onze samenleving steeds talrijker worden. Het is een groep die vaak niet of nauwelijks kan lezen en schrijven, die zich reddeloos verloren voelt in de moderne wereld van online bankieren en mobiele telefoons. Mensen die het nét redden - tot er een kink in de kabel komt, in de vorm van ziekte, scheiding of dood.
Het dagelijkse gevecht dat de broer en zus na de wrede huisuitzetting leveren, of eigenlijk ondergaan, is pijnlijk invoelbaar. Wanneer Julius een verlaten caravan in het bos ontdekt, betrekken ze die. Jeanie probeert 'er niet aan te denken hoe het 's winters zal zijn: zonder verwarming, met de buitenlatrine, de modder, de nattigheid'. En als het daar te gevaarlijk wordt, slaapt ze in de naar urine stinkende openbare wc in het dorp. Haar slaapzak en ondergoed verstopt ze overdag achter het huisje in een plastic zak, hopend dat de spullen niet gejat worden. In het ziekenhuis, waar Julius op goed moment belandt, schrokt ze de restjes koude friet op die mensen op hun dienblad achterlaten. Ze ruikt zichzelf.
Maar het schrijnendst is dat beetje bij beetje duidelijk wordt dat Dot niet was wie ze dachten dat ze was. En ook al eindigt Rusteloze grond in zekere zin met een hoopvolle noot, wat blijft hangen is de beklemmende boodschap dat 'ons verhaal' grotendeels afhankelijk is van wat ons wordt verteld, of van wat we onszelf vertellen. Fuller verwoordt dit verontrustende gevoel in de passage waarin een bijfiguur een herinnering aan zijn moeder ophaalt: 'Het enige dat ik me van haar herinner is dat ze piano speelde', zegt hij. 'Bruine veterschoenen op koperen pedalen. Ze stierf toen ik 4 was. (...) Toen ik mijn tante laatst sprak, zei ze dat mijn moeder nooit piano had gespeeld. We hebben er zelfs nooit een gehad. Het was mijn tante die ik me herinnerde.'
En zo is uiteindelijk niets wat het lijkt, zijn we ook zelf niet wie we dachten te zijn. Claire Fuller heeft in Rusteloze grond de ondergrond waarop de cottage staat vakkundig omwoeld. Ze laat ons achter met een onbestemd gevoel, want, zoals Jeanie zelf verzucht: 'Het is moeilijk om je eigen geschiedenis te herschrijven.'
****
Uit het Engels vertaald door Mieke Prins. Mozaïek; 320 pagina's; € 22,99.
Verberg tekst