Speels en excentriek
Het is pover gesteld met de jeugdliteratuur in Rusland. Met de val van de Sovjet-Unie werd de markt overspoeld door pulp en slechte vertalingen. De jeugdliteratuur moet het vooral hebben van talloze heruitgaven van klassiekers, vaak met ondermaatse illustraties. Ook Rusland is in de ban van Harry Potter. En nog meer van de Russische parodie erop: Tanja Grotter. De laatste tijd komen er ook interessante vertalingen op de markt. Zo kunnen Russische kinderen genieten van aardig wat schrijvers van bij ons: vele boeken van Toon Tellegen werden vertaald en Jip en Janneke begonnen in Rusland aan een tweede jeugd als Sasha en Masha. Maar van hedendaagse grote Russische jeugdschrijvers is geen spoor te bekennen.
Gelukkig was het ooit anders. Al in de negentiende eeuw schreven grote namen als Poesjkin en Tolstoj sprookjes. Dé hoogtijdagen van het Russische kinderboek spelen zich echter af in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw. Het is in de aanloop naar de grimmigste tijd uit de Sovjetperiode dat de mooist geïllustreerde kinderboeken dateren en de jeugdliteratuur een sterk vernieuwende beweging kende. Vertaler Robbert-Jan Henkes ging op zoek naar wat hij noemt 'het beste aan kindergedichten uit de Sovjet-tijd tussen 1917 en pakweg 1940'. Hij kwam uit bij Daniil Charms, Kornej Tsjoekovski, Samoeïl Marsjak, Aleksander Vvedenski, Joeri Vladimirov, Vladimir Majakovski, Sergej Jesenin en Osip Mandelstam.
De politieke en sociale context waarin deze auteurs ? die in de eerste plaats schreven voor volwassenen ? werkten, tart alle verbeelding. Waar in het begin van de jaren twintig nog relatieve artistieke vrijheid heerste in de Sovjet-Unie, werd het daarna almaar moeilijker om non-conformistische literatuur te publiceren. Veel schrijvers zochten hun heil in het vertalen of het schrijven voor kinderen. Maar ook de jeugdliteratuur ontsnapte niet aan de censuur: vanaf 1924 beslist de Communistische Partij om kinderliteratuur aan te wenden als propagandamiddel. De speelse teksten van de dichters pasten niet in dit plaatje. Ze werden dan ook herhaaldelijk ter verantwoording geroepen.
Het werk van deze schrijvers paste nog minder in de socialistisch-realistische ideologie die Stalin predikte vanaf 1934. Op de kindergedichten van Tsjoekovski werd een heuse klopjacht gehouden en vanaf 1939 werd hij niet meer gepubliceerd. Charms en Vvedenski, alletwee bezielers van de kortlevende avant-gardistische vereniging van de reële kunst Oberiu, werden opgepakt en vonden de dood in gevangenschap. Esenin, 'de laatste dichter van het dorp', en de futurist Majakovski waren elk op hun eigen manier zwaar ontgoocheld in het bolsjevisme en pleegden zelfmoord. Osip Mandelstam, een van de grootste dichters voor volwassenen die Rusland gekend heeft, weigerde ook maar enige toegeving te doen aan de censuur en verkommerde in een gevangenenkamp.
Eind jaren negentig konden we al eerder kennismaken met de absurdistische gedichten en verhalen van Daniil Charms, onder andere in de gedichtenbundel Een stinkdier is een prachtig beest en de verhalenbundel Nietes Welles, beide vertaald door Arthur Langeveld en geïllustreerd door Gerda Dendooven. Ook in Tijger op straat zijn ruim de helft van de gedichten van Charms. Typisch voor Charms' nonsensicale stijl is het gedicht 'Op bezoek'. Een man gaat op bezoek bij een muis, geraakt pas na veel moeite in zijn holletje en dan blijkt dat er helemaal geen holletje was... en eigenlijk ook geen muis. De gedichten van Charms zitten vol bizarre voorvallen en zijn bevolkt met eigenzinnige leugenaars, sluweriken en grappenmakers. Je kan ze echter niet afdoen als louter humoristisch, ze zijn ook pure poëzie. Zoals in deze verzen: ''s Nachts dromen de ganzen op hun vlucht / 's Nachts droomt de paddestoel met een zucht / En Boris Petrovitsj Pjatakov / Droomt met zijn puntbaard in de lucht.' (''s Nachts')
De vertaler haalt regelmatig zijn trukendoos boven om de gedichten in het Nederlands te doen klinken, soms erg geslaagd zoals hier met grappige taalfouten: 'Daar komt Volodja als altijd / Van de heuvel afgeglijd. / Hij botst tegen een jager die niet wijkt / Omdat hij niet heeft uitgekijkt'. (uit: 'Hoe Volodja met een rotvaart van de heuvel kwam afgeglijd' van Daniil Charms). Sowieso is het aartsmoeilijk om het strakke ritme, de zangerige cadans en de gebaldheid van de originele gedichten te bewaren, en het is mooi dat de vertaler op dat punt niets forceert. Wat wel stoort, is de wat archaïsche woordenschat die regelmatig wordt gebruikt: hoezeer, allerijl, dermate... Het maakt de vertaling soms wat duffer dan het origineel.
Tsjoekovski hield zich al voor de revolutie bezig met kindergedichten. Hij publiceerde zijn eerste kindergedicht, 'De krokodil', in 1916. Hij werd veruit de meest geliefde kinderdichter in Rusland. Hij was erg geïnteresseerd in taalverwerving van kinderen, wat resulteerde in de studie Ot dvuch do pjati ('Van twee tot vijf'). De vier gedichten die in Tijger op straat zijn opgenomen zijn regelrechte klassiekers, die vele Russische kinderen tot op vandaag kunnen opzeggen en waarvan mooie tekenfilms werden gemaakt. In 'Wassemhard' krijgt een vuil jongetje te maken met kleren, beddengoed en eten die van hem weglopen en met een Wasbak-Generaal die dreigt aan te vallen met zijn schoonmaakbataljons: 'Zelfs je kleren rebelleren, / Zelfs je kleren deserteren / Zelfs je sokken / zijn geschrokken / En durven niet meer aan je voet!'
Van Marsjak vinden we in deze bundel enkel het gedicht 'Bagage' terug. 'Een dame geeft haar bagage mee / Een kist / Waar een grendel van mist, / Een canapé, / Een reisnecessaire, / Twee stuks meubilair, / Een bontje, / En een piep-, piepklein hondje.' Ze krijgt couponnetjes als bewijs van ontvangst, maar voor vertrek springt het hondje terug uit de wagon. De kruiers merken pas bij de volgende stop dat er een item verdwenen is, zien een hond, 'groot en ruig', op het perron en stoppen hem in de wagon. Wanneer de vrouw dit bij aankomst ontdekt, schreeuwt ze moord en brand: 'Ze schopte de kist / Waar een grendel van mist; / Ze smeet meubilair / Op de reisnecessaire, / Ze scheurde haar bontje / En riep: ? Waar is mijn hondje!' Het grootste plezier in deze Sovjetklassieker zit hem in de ritmische herhaling, de opbouw van de spanning, de onverschilligheid van de kruiers en de uitzinnige dame. Het oorspronkelijke gedicht werd in de jaren twintig talrijke malen heruitgegeven, telkens met schitterende tekeningen van de kunstenaar Vladimir Lebedev. De prent die Erik Bindervoet bij dit gedicht maakte, toont dezelfde grappige reistas als op de prenten van Lebedev.
Het gedicht 'Wat is goed en wat is slecht?' van Majakovski is een buitenbeentje. Het toont de ernst waarmee Majakovski bij het schrijven voor kinderen te werk ging: de gedichten moeten in de eerste plaats een opvoedkundige waarde hebben. Majakovski schreef in totaal twaalf kindergedichten. Sommige hebben uitgesproken Sovjetonderwerpen en zijn vandaag nog weinig relevant. Maar ondanks de moralistische toon is het werk van Majakovski aanstekelijk door zijn frisse composities en alternerende ritmes. Het nodigt uit om luidop te scanderen, iets wat Majakovski zelf maar al te graag deed. Het maakt dat zijn gedichten nog steeds aanslaan bij kinderen. 'Van alle kanten leeuwen en olifanten' is een gedicht dat wel een lichte toon heeft: de dieren in de zoo worden er op een originele manier voorgesteld. In de Russische uitgave is het een aanwijsprentenboek en worden de grapjes doorgetrokken in de prenten, wat het wel veel aanschouwelijker maakt dan in deze bundel.
Tijger op straat is een boek dat direct opvalt qua vormgeving. De illustraties van Erik Bindervoet, in oker, zwart en wit, intrigeren. De inktspatten, de grijze potloodstrepen, de ronde zon die in bijna elke prent in een hoekje hangt, maar ook de figuren buiten proportie of de nijlpaarden en andere beesten die in het luchtledige hangen, passen perfect bij de excentrieke gedichten. De tekeningen zijn verfijnd en rommelig tegelijk en vooral de grillige figuren spreken aan.
Maar vreemd genoeg lijkt de dichtbundel niet specifiek gemaakt voor een jong publiek. Het feit dat de uitgever op zijn website dit boek opneemt in de lijst voor volwassenenboeken en de weinige illustraties die het boek bevat, bevestigen dit. De bundel wordt bovendien geschikt geacht voor kinderen vanaf tien jaar. Nochtans werden de oorspronkelijke gedichten geschreven voor een veel jonger publiek. In het extensieve werk Russian artists and the children's book 1890-1992 van Albert Lemmens en Serge Stommels (LS, 2010) vind je de originele prentenboeken terug waarin lange gedichten zoals 'Bagage' en 'Wassemhard' apart werden uitgegeven, steevast vergezeld van vrolijke prenten van vooraanstaande kunstenaars.
Met Tijger op straat kunnen Vlaamse en Nederlandse lezers eindelijk kennismaken met een overzicht van gedichten uit het 'gouden tijdperk' voor jeugdliteratuur in Rusland. Henkes stelde een originele bloemlezing samen waarin zowel klassieke kindergedichten werden opgenomen als minder bekende gedichten van Esenin, Vladimirov en Mandelstam. Hoewel vele van deze gedichten te genieten zijn voor alle leeftijden, is deze bundel duidelijk niet bedoeld als voorleesboek voor de jongere kinderen. Laat ons daar echter niet moeilijk over doen en vooral verheugd zijn dat deze dichters de weg hebben gevonden naar onze contreien. [Eva Jacobs]
Verberg tekst