De zee heeft honger
De zee heeft honger
Besprekingen
Taalspektakel als overlevingselixir
Ze excelleren in breed uitwaaierende beelden, onderzoeken de absurditeit van het leven of spelen met de verwachtingspatronen van de lezer. Vier Nederlandse dichteressen, niet meer piepjong, maar uitblinkend in originaliteit.
Bezwering
Als de stewardess zegt dat we eerst onszelf
voordat we anderen
lacht een man, zijn ruwe huid barst open
in een oogwenk trekt hij een mes uit zijn laars
drukt het tegen de wang van zijn buurman
in zijn koffer:
ongelezen brieven, een pil tegen eenzaamheid
en een gebed tegen angst
het gaat zelden mis, zegt de stewardess
dus vergeet wat ik net gezegd heb.
voedende moeders dragen geen bomgordel
de bomen zwaaien van welke kant je ook komt
Kira Wuck
Absurdisme en melancholie
Met haar debuutbundel Finse meisjes meldde de Nederlandse Kira Wuck (1978), dochter van een Finse moeder en een Indonesische vader, zich in 2012 …Lees verder
Als een mot tegen het glas
Weinig poëziedebuten van de laatste jaren leverden de dichter direct zo'n cultstatus op als de bundel Finse meisjes (2012) van Kira Wuck. Zij combineert daarin even pijnlijke als wrede treurigheid met een droogkomische observatietrant en een soms ronduit laconieke toon. Daaruit ontstaat een wrijving die de bundel memorabel maakt - en die de lat voor het vervolg ontegenzeggelijk hoog legt.
Het in Finse meisjes beproefde recept zien we hier en daar terug in Wucks nieuwe bundel, De zee heeft honger. Het gedicht 'Helsinki' - haar moeder kwam er vandaan - opent bijvoorbeeld met deze strofe:
Alcoholisten verzamelen zich in het park/
weer of geen weer/
als je ergens goed in bent/
moet je discipline opbrengen/
dan komt de rest vanzelf/
In Wucks universum zijn alcoholisten haast mensen die hun kernkwaliteiten ('als je ergens goed in bent') omarmen: het schrijnende wordt verzacht, wat deze dichter missc…Lees verder
Onvergetelijke beelden
Niet alleen de woorden laat Kira Wuck (1978) gelden, maar ook de ruimte rondom die woorden. In de sterkste gedichten uit haar tweede bundel, De zee heeft honger, wordt deze aanpak gecombineerd met onvergetelijke beelden, zoals in 'Hanoi':
In een goedkoop hotel, waar de muren met je meebewegen
kijken katten koortsachtig uit hun ogen
ze geven de gasten kopjes zodat ze langer blijven
het zijn altijd anderen die kou mee naar binnen dragen
een jonge man die zijn kamer niet verlaat
denkt dat de wereld uit zijn vingers loopt
weilanden drijven voorbij
Het beeld van de jonge man bij wie alles aan de vingertoppen is ontsprongen, is sterk. Hoe dat precies werkt, laat Wuck in het midden. Ik vermoed dat er dunne straaltjes uit zijn vingers komen, die later samenvloeien tot volledige beelden: een werkelijkheid.
Met weinig woorden zet Wuck persoonlijke motieven af tegen wisselende omgevingen - van stadsgezichten tot landschappen aan zee - die zich in het hoofd van de lezer vervolmaken. Kenmerkend voor haar werk is een verraderlijk lichte toon, waarmee zware onderwerpen absurdistisch en - binnen het gedicht - draaglijk worden.
In 'Vachtdieren' groeten dieren op bontkrag…Lees verder
Zien en niet gezien worden
Janita Monna schrijft wekelijks over poëzie voor Trouw.
Zijn het niet vaak de terloopse opmerkingen die je het meest bijblijven? Zijn het niet de achteloos uitgesproken zinnetjes, die als een flikkerend verkeerslicht in je hoofd blijven knipperen?
Dit gedicht van Kira Wuck komt, sinds ik het een tijdje terug voor het eerst las, zo nu en dan spoken. Laatst was het weer even indringend aanwezig. Drie woorden uit dit gedicht maakten dat ik mijn capuchon opzette. Drie tamelijk onopvallende woorden: 'ergens zag iemand'.
Ik stond in de rij voor een geldautomaat, eentje met cameratoezicht. Ergens zou iemand straks zien dat ik vijftig euro nodig had. Ergens zou iemand een kijkje krijgen in mijn leven. Ik vond het een onbehaaglijk idee, vandaar die capuchon.
De fietser in dit gedicht daarentegen, lijkt die camera's juist op te zoeken, lijkt het prettig te vinden om op beeld vastgelegd te worden. Dat iemand het onnutte gepruts met de banden gadeslaat, het getreuzel bij het verkeerslicht, het wegfietsen. Is dat omdat er nieman…Lees verder
Het verlangen om aangelijnd te worden is overal
Janita Monna schrijft wekelijks over poëzie voor Trouw
Het was alweer een tijdje geleden. Zes jaar om precies te zijn. Even dacht ik dat ze de poëzie had ingeruild voor het proza. Kira Wuck, dus, die in 2012 succesvol debuteerde met de bundel 'Finse meisjes'. En die twee jaar geleden, toen haar verhalenbundel 'Noodlanding' verscheen, ook een bijzonder talent voor proza bleek te hebben.
Maar ze is gedichten blijven schrijven. Gelukkig. Er ligt een tweede bundel, 'De zee heeft honger', en nauwelijks had ik die opengeslagen of Wuck had me alweer bij de kladden. "Als je wilt weten waar mensen wachten / dan moet je peuken zoeken / op het strand liggen / kleine dromen als opgevouwen briefjes".
Precieze zinnetjes, concreet en toch raadselachtig, en zelfs een beetje melancholisch.
Van Wucks eerste gedichten herinner ik me vooral hoe ze het wat troosteloze bestaan met een lichte absurditeit te lijf ging. Hoe familieleden met eigenzinnige hobby's als elpees 'stelen' uit de bibliot…Lees verder