Régis Loisel pakt zijn nieuwe fantasyreeks heel anders aan dan de series 'Op zoek naar de tijdvogel' en 'Peter Pan'. Hier heerst namelijk rust. De reeks wordt natuurlijk getekend door iemand anders, maar het concept en scenario van Loisel voorziet al in die trage, gestage opbouw. De invloed van zijn pastorale reeks 'Magasin général' is hier onmiskenbaar. Dit eerste album is niet veel meer dan een introductie tot de hoofdpersonages. In de eerste helft zijn dat menselijke wezens: de Parisienne Pauline strandt ergens op het Bretoense platteland en wordt opgevangen door de introverte Erwan. De drukke, hautaine Pauline blijkt al vlug een stoorfactor in de voorbereidingen die Erwan treft voor een lange reis. In de tweede helft, wanneer de twee langsgaan bij de oude 'meester' Cristo, opent zich de alternatieve wereld van het "kleine volkje", waar mensen kunnen binnentreden via het toedienen van de toverdrank "bijentranen". Erwan dient er een overgangsritueel te verzorgen, wat in de eerste plaats een reis naar "de grote dode" inhoudt.

We herkennen veel gebruikelijke ingrediënten van de fantasy, gecombineerd met pastorale elementen als menhirs en het geloof in het kleine volkje. Voorlopig ziet dat kleine volkje er hier anders dan de spreekwoordelijke kobolden en trollen: ze lijken wel een soort Thaise rasta's, en zijn de sacrale rust zelve. Pauline blijft een onberekenbare factor die voor interessante wendingen kan zorgen in het vervolg van deze reeks. Dat zal nodig zijn om te blijven boeien, want nu is het verhaal nogal mager en gezapig. De tekenstijl van Mallié is een beetje in hetzelfde bedje ziek: mooi, verfijnd, maar weinig bijzonder en een beetje bloedeloos. Mallié verzorgt wel fraaie landschappen die, mede dankzij de inbreng van Loisels vaste inkleurder François Lapierre, een idyllische pastorale sfeer creëren.

[Chris Bulcaen] Verberg tekst

Loisel, de man van stripklassiekers zoals 'Op zoek naar de tijdvogel' en 'Magasin General', presenteert weer een nieuwe serie, dit keer getekend door Mallié, een nog vrij onbekende tekenaar. De hoofdpersonen zijn Pauline en de eenvoudige Erwan. Pauline probeert een huisje ergens op het platteland van Bretagne te vinden om zich in alle rust voor te bereiden op een tentamen. Dat gaat niet geheel vlekkeloos en daardoor ontmoet ze Erwan. Voordat ze het eigenlijk zelf weet, gaat ze de volgende dag met hem mee naar een oude blinde man, Christo. Hij weet alles over 'het kleine volk' die in een soort parallelle wereld van de onze leven en hoe daar te komen. Dat gebeurt met behulp van bijentranen. Pauline vindt dit allemaal vreselijk idioot, tot dat ze het zelf probeert. Ondertussen is Erwan al bezig met een belangrijke missie om samen met 'het kleine volk' een rite uit te voeren. Al met al een typisch Loisel-verhaal, vol met rare wezentjes en opvallende vrouwen. De tekeningen doen erg denken aan 'Op zoek naar de tijdvogel'. Een veelbelovend begin. Verberg tekst