Onder deze niet al te beste Nederlandse vertaling van het Engelse 'Does it fart?' vindt de lezer na een inleiding en inhoudsopgave tachtig kleine artikelen over de winderigheid of flatulentie van vooral zoogdieren en insecten. Enkelen komen in de ons omringende wereld zeer zeldzaam voor. Te noemen zijn de baardagame, de oostelijke haakneusslang, de zandtijgerhaai, de fretkat en megalodon. Op steeds een pagina tekst wordt van elk dier de Nederlandse en wetenschappelijke naam gegeven met daarbij informatie over familie, kenmerken, en de functie van de winden (scheten). Bij een aantal dieren staat een grappige en treffende zwart-wittekening. Diverse dieronderzoekers en eigenaren van huisdieren hebben een bijdrage geleverd. Het populair geschreven boekwerkje is compleet met een verklarende woordenlijst en dankwoord aan de medewerkers.